{{ 'Sea Freight' | trans }}

{{ 'Air Freight' | trans }}

{{ 'Sea Freight' | trans }}
{{ 'Air Freight' | trans }}

Zeevrachtvervoer bij CMA CGM per 1 december duurder door bunkertoeslag

De CMA CGM Group, waaronder het APL, heeft zijn noodbunkertoeslag (Emergency Bunker Surcharge) vanaf 1 december verhoogd tot $100 per teu voor alle deepsea vrachttransporten.

De controversiële toeslag, die ook al op 1 juni door de Franse maatschappij en een aantal van haar collega's werd ingevoerd als reactie op de hogere brandstofprijzen, werd aanvankelijk door de CMA CGM vastgesteld op 55 dollar per teu.

Toeslag varieert van rederij tot rederij

De heffing varieerde van rederij tot rederij. De toeslag bedroeg bijvoorbeeld bij Maersk Line 60 dollar per TEU, terwijl MSC haar toeslag niet publiceerde en het als een "tijdelijke maatregel" aanduidde.

Verladers uitten hun woede over de poging van vervoerders om dergelijke toeslagen op te leggen, die volgens hen konden worden opgevat als prijsopdrijving. Ze trokken ook de geldigheid van het woord "noodsituatie" in twijfel, omdat de containerlijnen de geleidelijke stijging van de bunkerkosten in de afgelopen kwartalen al geleidelijk compenseren.

Olieraffinaderij

De Europese Verladersraad (ESC) heeft zich zelfs bij de Europese Commissie beklaagd: "De toepassing van een eventuele noodtoeslag moet worden gereserveerd voor gebeurtenissen die niet te voorzien zijn (zoals een crisis die van invloed is op de beschikbaarheid van olie). In dergelijke situaties zou het onredelijk zijn om de vervoerder alleen de gevolgen voor de prijs van bunkerbrandstof te laten dragen."

In de praktijk hebben veel rederijen contracten met brandstofleveranciers met prijsafspraken. Ook als de brandstofprijzen stijgen, merken de vervoerders daar op korte termijn eerst niet veel van. De vervoerders hebben de prijzen wel geleidelijk verhoogd, zodat ze op een later moment in de pas liepen met de gestegen brandstofkosten. Het is dan ook verrassend om te zien dat CMA CGM opnieuw prijsstijgingen doorvoert onder het mom van een bunkertoeslag.

CMA CGM rechtvaardigt haar toeslag op basis van de historische gemiddelde prijs van Brent crude in oktober. Waar een vat olie vorige maand nog $86 kostte, staat ditzelfde vat momenteel nog op $72.

Zwaveltoeslag

Ondertussen richten de meeste conculega's van CMA CGM zich voor op de komende toeslag ter compensatie van de hogere kosten van laagzwavelige brandstof. Per januari 2020 gaat nieuwe regelgeving in, waarbij het zwavelgehalte van de brandstof in veel vaargebieden maximaal 0,5% mag zijn.

Even controversieel is het voornemen van veel rederijen om reeds vanaf 1 januari volgend jaar - zo'n 12 maanden voor de inwerkingtreding van de IMO-regelgeving - al de nieuwe bunkertoeslag voor de laagzwavelige brandstoffen door te berekenen.

Momenteel kost de zware stookolie die schepen voor het transport gebruiken rond de $450 per ton, terwijl laagzwavelige gasolie voor de scheepvaart $200 -250 per ton duurder is.

Sommige analisten voeren aan dat zodra de gehele markt om laagzwavelige olie gaat vragen, de olieraffinaderijen meer hiervan gaan produceren. En wanneer het meer een massaproduct wordt, kan de prijs weer dalen. Dat zou inhouden, dat op den duur de toeslag voor laagzwavelige olie weer afgeschaft zou kunnen worden.